Om de maïsopbrengst te maximaliseren, dient u eerst effectieve zaaistrategieën toe te passen. Goed zaaien bepaalt ongeveer 50% van het opbrengstpotentieel. In deze gids vindt u praktische stappen om uw zaaiproces van maïs te verbeteren. We behandelen de essentiële voorbereiding van het zaaibed en gaan dieper in op de bodemtemperatuur tijdens het ontkiemen om optimale prestaties te garanderen. We kijken ook naar de invloed van zaaisnelheid op de uniformiteit van de opkomst.

Om de hoogst mogelijke opbrengst uit maïsteelt te halen, is het essentieel om vanaf het zaaien een aantal goede praktijken te volgen.

Beste praktijken voor het zaaien van maïs

De optimale zaaidichtheid voor maïs hangt af van de vroegrijpheid van de gekozen variëteit. Het opvolgen van deze aanbevelingen kan leiden tot een beter gebruik van middelen en het maximaliseren van het potentieel van het perceel.

Rijpheid	Dichtheid
Zeer vroeg	100.000 tot 115.000 gr/ha
Vroeg	90.000 tot 105.000 gr/ha
Half-vroeg	85.000 tot 100.000 gr/ha
Half-laat	75.000 tot 95.000 gr/ha
Laat	70.000 tot 90.000 gr/ha
Zeer laat	65.000 tot 80.000 gr/ha

Het zaaibed voorbereiden

Goed contact tussen de grond en de zaden is nodig voor een goede ontkieming. Zaai in grond met:

• Een goede vochtigheid
• Fijne textuur, maar pas op voor het risico van afdekken in leemgrond
• Een paar kleine oppervlaktekluiten
• Licht aangedrukte grond

Gunstige omstandigheden voor zaaien

Om een snelle en uniforme opkomst te garanderen, moet u beginnen met zaaien wanneer :

• De bodemtemperatuur hoger of gelijk is aan 10°C.
• De grond droog is.
• De weersvoorspelling voor de komende 7-8 dagen gunstig is.
• De luchttemperatuur snelle opkomst bevordert.
• Geen significante regenval verwacht wordt voor opkomst

Bodemtemperatuur en kieming

De beste opbrengsten worden meestal verkregen met vroeg zaaien. Anticipeer op het toedienen van organische en/of minerale meststoffen zodat het perceel eind maart/begin april klaar is.
Vroege gewassen hebben ook het voordeel dat ze droger worden geoogst, wat bespaart op droogkosten. Te vroeg zaaien kan echter ook de opbrengst verlagen als de opkomstomstandigheden niet optimaal zijn.
Maïs ontkiemt en ontwikkelt zich als de bodemtemperatuur 10°C bereikt. Bij lagere temperaturen blijft het zaad slapend en wordt het kwetsbaarder voor aanvallen door ziekten, insecten en roofdieren. Daarom is het aan te raden om 7-8 dagen voor het zaaien de bodemtemperatuur te meten en de weersvoorspellingen te controleren.

Bodemtemperatuur	Effectieve temperatuur / dag	Aantal dagen nodig voor opkomst
10°C	4°C	20 – 22
11°C	5°C	16 – 18
12°C	6°C	13 – 15
13°C	7°C	12 – 13
16°C	10°C	8 – 10
21°C	15°C	5 – 7

Tips voor zaaien

Hier volgen een paar tips voor afstelling bij het zaaien van MAS Seeds maïs.

• Zaaidichtheid: Aangepast aan de variëteit en de kenmerken van het perceel.
• Zaaidiepte: 4-5 cm met 2 cm vochtige grond boven het zaad.

• Te diep: Een diepte van 7 tot 8 cm vermindert de opgroeisnelheid.
• Te ondiep: Een diepte van 2 tot 3 cm stelt het zaad bloot aan vogels.

• Zaaiafstand in de rij en gelijkmatige zaaidiepte: Streef naar 5 tot 7 km/u voor de beste resultaten.
• Let op dubbele of gemiste zaden: Zorg ervoor dat de zaaimachine goed is ingesteld voor de zaadgrootte.

Invloed van zaaisnelheid op opkomstdichtheid en heterogeniteit

De ideale zaaisnelheid ligt normaal tussen 5 en 7 km/u. Zaaien met te hoge snelheden leidt tot kloven, dubbel zaaien en ongelijke zaaidieptes.
Dit histogram illustreert het dichtheidsverlies bij verschillende snelheden en met verschillende zaaimachines.
Desondanks komen er nieuwe zaaimachines op de markt die met meer dan 12 km/u kunnen zaaien (Varderstad Tempo, Amazone EDX, enz.).

Het optimaliseren van maïsopbrengsten is multifactorieel en begint met de juiste zaaipraktijken.

• Kies een variëteit waarvan de vroege rijpheid is aangepast aan de bodem- en klimaatomstandigheden en respecteer de aanbevolen zaaidichtheid.
• Zaai zo vroeg mogelijk, maar zo laat als nodig, en zorg voor optimale omstandigheden qua temperatuur en vochtigheid.
• De juiste afstelling van zaaidiepte en -snelheid is ook essentieel om de gewenste uniforme plantdichtheid te bereiken. Het Arvalis-onderzoek (hierboven) benadrukt de noodzaak om zorgvuldig na te denken over de capaciteit van zaaimachines in relatie tot de werksnelheid. Het doel is om een evenwicht te bereiken tussen de efficiëntie van de landbouwactiviteiten en de agronomische vereisten van maïs.