Fase 1: Ontkiemen en opkomen

• Zaaien op een diepte van 2 tot 4 cm, afhankelijk van de vochtigheidsgraad van het betreffende jaar.
• Zaai wanneer de grond goed vochtig is om de kieming te bevorderen.
• Gebruik een precisiezaaimachine voor een betere opkomst.

De sleutels tot succesvol koolzaad:

• Snelle, uniforme kieming: koolzaad moet voor de winter in het 8-bladige stadium zijn.
• Goed ontwikkelde penwortel – idealiter 10 tot 15 cm lang met een diameter van minstens 8 mm.
• De opkomstdichtheid is 25 tot 35 planten/m2.
• Beoordeel in het voorjaar de dichtheid na een strenge winter: koolzaad heeft een groot herstelvermogen als de resterende planten goed verdeeld zijn.

Fase 2: Herfstgroei

• Koolzaad moet zo snel mogelijk het 4-bladige stadium bereiken om de impact van herfstplagen te beperken.
• Het is de bedoeling dat de plant ten minste het 8-bladige stadium bereikt voordat hij in rust gaat.
• Controleer het risico op uitrekken.
• Controleer velden op een mogelijk risico op stikstofgebrek.

Stadium 3: Bloei

• De bloei duurt tussen 3 en 7 weken, afhankelijk van de weersomstandigheden van het jaar.
• Dit is de periode waarin het gewas gevoelig is voor Sclerotinia en bladval.
• Tijdens deze periode wordt het totale aantal kiemen bepaald.

Stadium 4: Rijping

• Na de bloei beginnen de zaden de zaadlobben te vullen. (duizendkorrelgewicht).
• Het oliegehalte wordt bepaald tot 60 dagen na het begin van de bloei.
• De oogst begint bij een standaardvochtigheid van 9%.